Opleiding Keltische talen en cultuur: nieuws en nog meer nieuws

From Kelten
Revision as of 13:20, 22 April 2021 by Formator (talk | contribs) (User: Lars Nooij)

k86-2021-griffith-schrijver-staat-van-de-opleiding-keltische-talen-en-cultuur
86
Gepubliceerd: 15 maart 2021
Opleiding Keltische talen en cultuur: nieuws en nog meer nieuws
Aaron Griffith en Peter Schrijver


Staat van de opleidingKeltische talen en cultuur
Title (EN): Department of Celtic languages and culture (Utrecht University): news and more news
Abstract (EN):

In their second report on the present state of the department, professor Peter Schrijver and Aaron Griffith reflect on a year marred by the pandemic, while sharing good tidings for the years ahead. The department looks forward to hosting the International Congress of Celtic Studies in 2023 in celebration of the centenary of the Utrecht chair of Celtic. Moreover, the department hopes to start welcoming scholars from abroad for short stays in Utrecht through the Maartje Draak-fund once the current restrictions are past. Finally, the department is happy to announce that Natalia Petrovskaia has been offered a permanent contract, and that Nike Stam will shortly be returning to Utrecht, having won a prestigious Veni-award.

For further information about the department’s bilingual Bachelor and English-language Research Master programmes, see: https://www.uu.nl/bachelors/en/celtic-languages-and-culture (BA) and https://www.uu.nl/masters/en/ancient-medieval-and-renaissance-studies (RMA).

De auteur van de zevende-eeuwse Ierse wettekst Córus Bésgnai was zich bijzonder bewust van de breekbaarheid van de geordende samenleving en het risico van chaos die op elk moment kan toeslaan. Hij schrijft: 'Er zijn drie gelegenheden waarbij de wereld chaotisch wordt: een epidemie van ziektes, een vloedgolf van oorlog en het ontbinden van contracten.' Dat laatste bedoelde hij letterlijk en concreet: het is belangrijk om je in de strijd tegen chaos aan de voorwaarden van eenmaal afgesloten wettige contracten houden. Maar hij maakt er geen geheim van dat het hem eigenlijk ook om iets groters te doen is: om de gedachte dat een welvarende, veilige samenleving bestaat bij de gratie van sociale samenhang, en dat die sociale samenhang zich uit in het vertrouwen dat als ik voor jou iets doe wat je van mij mag verwachten, dat jij dan voor mij ook iets doet wat ik van jou mag verwachten. Valt dat vertrouwen weg, dan breekt de pleuris uit. Reis snel van de zevende naar de eenentwintigste eeuw en de zaak is hetzelfde maar dan omgekeerd: de pleuris is sinds een jaar uitgebroken, en aan alle kanten zien we dat het sociale contract scheuren vertoont. Tot zover de grote woorden. Want dit stukje moet eigenlijk gaan over de opleiding Keltisch aan de Universiteit Utrecht in 2020.

Foto door Frans Berkelaar.[1]

Dezelfde wettekst stelt dat de burger van de kerk mag verwachten dat die zijn kinderen onderwijst, en ook - wat een aardige gedachte - dat onderwijs mensen in staat stelt om sociale barrières te overwinnen. Hoe doe je dat eigenlijk, kinderen onderwijzen in tijden van pestilentie? Daar weten we nu alles van, ook bij de opleiding Keltisch. De elf studenten die dit jaar aan de opleiding zijn begonnen hebben de universiteit mondjesmaat en dan nog alleen met steriele afstandelijkheid kunnen betreden, bijna al het onderwijs is volledig online. In het begin was het wel leuk, al die stofzuigers, strijkplanken en ongewassen vaat die je vanuit al die huiskamers van collega's en studenten via het beeldscherm bereikten, maar de lol is er na bijna een jaar wel zo'n beetje af. We houden intussen vol, studenten en docenten, maar het is moeilijk om je aan de indruk te onttrekken dat de 'epidemie van ziektes' de ziel uit het onderwijs wegsloopt. Gelukkig weten we dat alles beter zal worden, ooit.

En dat terwijl we zoveel moois te vertellen hebben. Zoals dat de leerstoel Keltisch in 2023 honderd jaar bestaat. Dat willen we graag groot vieren. Daarom is het zo bijzonder dat we in de zomer van 2023 het International Congress of Celtic Studies mogen organiseren, het grootste keltologencongres, dat eenmaal in de vier jaar plaatsvindt. Tijdens de vorige aflevering van dat congres, in Bangor (Wales) in 2019,  is ons die eer toebedeeld door een groep collega's die informeel "the Powerful Ones" worden genoemd. Een eer is het, maar ook heel veel werk om goed te organiseren dat circa 300 à 400 keltologen van over de hele wereld een week lang een mooi congres kunnen meemaken. We willen het congres graag omlijsten met allerlei activiteiten in Utrecht die ook voor een breed publiek toegankelijk zijn. De opleiding werkt daartoe nauw samen met de Stichting A.G. van Hamel, met Bart Jaski van de Universiteitsbibliotheek en met andere Nederlandse keltologen. Althans, daar waren we mee bezig toen corona uitbrak en we alle activiteiten stil moesten leggen. De komende maanden starten we de voorbereidingen weer op. Wel met in het achterhoofd de onzekerheid wat corona en het al eerder door veel universiteiten ingezette beleid om wetenschappers zo weinig mogelijk te laten vliegen aanrichten met de bereidheid van onze collega's om daadwerkelijk naar Utrecht af te reizen. We denken dus ook na over virtuele componenten: online lezingen en workshops, die door mensen van over de hele wereld kunnen worden bezocht terwijl ze thuis in hun luchtigste zomerkleren achter hun beeldscherm zitten (met een glas koel bier net buiten het zicht van de camera).

Een andere mooie ontwikkeling betreft het Maartje Draak Fonds. Uit de nalatenschap van de voor-voorganger op de Utrechtse leerstoel, Maartje Draak, is bij de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen (KNAW) een fonds ingericht. Dat fonds bestond al jaren, maar vorig jaar heeft de KNAW afgesproken dat we het fonds kunnen gebruiken om een- of tweemaal per jaar een gastwetenschapper voor een weekje naar Nederland te laten komen die hier een openbare lezing houdt (die we organiseren samen met de Stichting A.G. Van Hamel), studenten onderwijst, en samen met Nederlandse keltologen onderzoek verricht. Ook hier heeft corona roet in het eten gegooid, maar zodra het weer kan willen we beginnen met het uitnodigen van de eerste gasten.

Om te laten zien dat de keltologie in Utrecht niet alleen in het onderwijs maar ook in het onderzoek een toekomst heeft is het belangrijk dat we met enige regelmaat financiering in de wacht slepen voor een mooi onderzoeksproject. De middelen daartoe zijn schaars in Nederland en de competitie is dan ook moordend, dus voor de kleine keltologie is het niet eenvoudig om succes te hebben. Niet alleen vanwege de competitie, maar ook omdat je een commissie van geleerden die uit heel andere vakken komen dan de keltologie moet overtuigen van de aansprekendheid en waarde van je onderzoek. Gelukkig lukt dat de laatste jaren vrij goed. Enkele jaren geleden sloten we met succes een project over tweetaligheid in middeleeuws Ierland af. Vorig jaar beëindigde Natalia Petrovskaia met succes haar Veni-project[2] over middeleeuwse visies op de kaart van de wereld (Natalia heeft nu een vaste baan in Utrecht, dus we kunnen haar gelukkig voor ons behouden). De nieuwste klapper is dat Nike Stam erin is geslaagd om ook een Veni-project te bemachtigen, over wat je allemaal over de cultuur kunt afleiden uit de veranderende orthografie in middeleeuws-Ierse manuscripten. Nike werkt nu nog als O'Donovan Scholar aan het Dublin Institute for Advanced Studies, maar ze keert later dit voorjaar voor een aantal jaren terug naar Utrecht met een prachtig onderzoeksproject.

Omdat we het al bijna vanzelfsprekend vinden, zouden we bijna vergeten te vermelden dat de opleiding Keltisch zich in 2021 voor de zoveelste keer op rij mag tooien met de titel Topopleiding. Die titel wordt verleend door de Keuzegids Hoger Onderwijs aan opleidingen die een zeer hoge score krijgen van studenten en van collega's. We danken dit predicaat voor het grootste deel aan onze studenten, die vol enthousiasme en energie de keltologie levend houden. Het is ieder jaar weer een groot voorrecht een nieuwe lichting studenten te mogen begroeten die gegrepen is door ons prachtige vak.

Eindnoten

Een Veni-subsidie wordt verstrekt door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek en stelt de aanvrager in staat om gedurende drie of vier jaar betaald onderzoek te verrichten. Zulke subsidies zijn zeer gewild, maar er zijn er per jaar maar weinig beschikbaar, zodat het succespercentage erg laag is.

Vorige bijdrage
Vergeten volksverhalen in een nieuw jasje
Lian Blasse
15 februari 2021
Volgende bijdrage
Overzicht van bachelor- en masterscripties Keltisch op Nederlandse universiteiten 2019/2020
Sanne Jongeleen
25 januari 2021