Englyn bygwth Owain Fychan: een satire voor Owain Fychan

From Kelten
k100-2025-voorrips-favoriete-kelt,-welsh,-satire,-englyn-bygwth-owain-fychan
101
Gepubliceerd: 17 maart 2025
Englyn bygwth Owain Fychan: een satire voor Owain Fychan
Joyce Voorrips


favoeriete KeltWelshsatireEnglyn bygwth Owain Fychan
Title (EN): Englyn bygwth Owain Fychan: a satire on Owain Fychan
Abstract (EN):

Satire is a powerful form of protest and a product of all times. Especially in medieval Wales and Ireland, societies in which status played an important role, satires could be an influential way for poets to make their voices heard. Because satires could cause serious 'loss of face', few of these types of works have been preserved. This makes Englyn bygwth Owain Fychan, a satire addressed to Owain Fychan (†1187), an extra special copy and a worthy subject for this section.

Ondanks dat het protest tegen de bezuinigingen op het hoger onderwijs op 14 november 2024 de dag van tevoren was afgelast, was de opkomst groot. Duizenden mensen hadden zich verzameld in de Utrechtse straten om te protesteren tegen de nieuwe maatregelen. Keltische Talen en Cultuur trapte de dag af met een speciale lezing over protest en satire in middeleeuws Ierland, gegeven door Lars Nooij en Nike Stam. De lezing werd gevolgd door een workshop over het maken van je eigen Keltisch-geïnspireerde protestborden. Bij de lezing en de workshop kwamen studenten, alumni en andere supporters van de opleiding samen om zich in te zetten voor het hoger onderwijs en specifiek het behoud van de opleiding Keltische Talen en Cultuur.

Protest is van alle tijden. Satire, op zichzelf een sterke vorm van protest, is hiervoor een krachtig instrument – zeker in een maatschappij die gefocust is op status, zoals middeleeuws Wales. Een bijzonder exemplaar van een middeleeuwse satire is Englyn bygwth Owain Fychan. Het gedicht is gemaakt in de tweede helft van de twaalfde eeuw, ca. 1167-1169.[1] Vanaf het moment dat ik voor het eerst op dit gedicht stuitte tijdens mijn onderzoek voor mijn masterscriptie, had het werk mijn hart veroverd. Englyn bygwth Owain Fychan is bijzonder, omdat het misschien wel de enige satire is die bewaard is gebleven uit de tijd van de beirdd y tywysogion (in een algemenere zin ook wel bekend als de gogynfeirdd). De beirdd y tywysogion waren dichters die werkten voor de Welshe prinsen in de twaalfde en dertiende eeuw. Met name de klaag- en lofzangen van deze dichters zijn vastgelegd op papier en kennen we nu van manuscripten zoals het Rode Boek van Hergest en het Hendregadredd Manuscript (NLW MS 6680B, in essentie een collectie van gogynfeirdd gedichten uit de laat dertiende- tot en met vijftiende eeuw).[2] Het is niet vreemd dat satires en protestgedichten het normaliter niet overleefden; satires beschadigden de status van een prins, die het alleen al om deze reden niet vastgelegd zou willen hebben.

Englyn bygwth Owain Fychan blijkt hierop een uitzondering geweest te zijn. In de vroegste manuscripten waarin de bygwth (dreigement, satire) voorkomt, wordt het werk gevolgd door een dadolwch (een gedicht met verzoening als doel). Het is aannemelijk dat de satire bewaard is gebleven naast het verzoeningsgedicht, omdat de opeenvolging van gedichten impliceert dat de dichter – Llywelyn Fardd I (fl. ca. 1150-1175)– een fout had begaan toen hij zijn satire had voorgedragen. De vereeuwiging van deze boodschap zou voordelig zijn voor Owain Fychan, aan wie de twee werken gericht waren, die op deze manier wordt afgeschilderd als een leider die een verzoeningsgedicht waardig is.[3]

Het gedicht, bestaande uit één englyn, is zeer dubbelzinnig. De satire leest als volgt:

Os hŷn fyddaf, naf neirthiad,

No thi, Fechain ri roddiad,

Arfaeth yw gennyf, arfau gyrchiad – devryt/Deifr,

Dodi dwfr i’th farwnad.

 

Als ik ouder ben, heer en ondersteuner,

Dan jij, klein de koning van geschenken,

Mijn intentie is, wapens van [de] aanvaller – devryt/Deifr[4]

Een uiting van dwfr[5] voor jouw marwnad.[6]

Figuur 1: Introductie van de bygwth en dadolwch voor Owain Fychan op f. 348v in het Rode Boek van Hergest (Oxford, Jesus College MS. 111).

Kort terugkerend naar het protest op 14 november, was de bovenstaande englyn mijn voornaamste inspiratiebron voor mijn protestbord (zie onderstaande afbeelding). Llywelyn Fardd I’s satire, evenals de workshop die deze dag geleid werd door Lars en Nike, laat zien dat protest en satire niet tijdgebonden zijn. Het dreigende einde van de opleiding brengt ons zo misschien nog wel dichter bij de Kelten uit de middeleeuwen, wiens teksten nu nog worden geraadpleegd om onze stem te laten horen aan de invloedrijke mensen die de ondersteuners van de samenleving en het onderwijs zouden moeten zijn.

Figuur 2: Protest tegen de bezuinigingen op het hoger onderwijs, 14 november 2024

Eindnoten

Het vroegste manuscript waarin het werk bewaard is gebleven is het Rode Boek van Hergest (Oxford, Jesus College, MS 111, ff. 348v-349r).
Voor de opbouw van dit laatste manuscript, zie Daniel Huws, Medieval Welsh Manuscripts (Cardiff 2000), 193-226.
In de laatste editie van deze gedichten worden de satire en het verzoeningsgedicht nog als één werk beschouwd (McKenna, 'Gwaith Llywelyn'). Recenter beargumenteerde Rhian M. Andrews dat het echter twee werken zijn: de satire, gevolgd door het verzoeningsgedicht (Andrews, ‘Cerddi Bygwth’, 117-136). 
De twee vroegste versies van de bygwth in het Rode Boek en Peniarth 102B geven deuryt en devryt (McKenna, ‘Gwaith Llywelyn’, 57). McKenna volgt de spelling uit NLW 4973B (ca. 1631) en interpreteert de regel als een verwijzing naar Owain Fychan. Owain wordt volgens deze interpretatie gepresenteerd als iemand die de Engelsen aanviel (Deifr representeerde ooit (de mensen van) het koninkrijk Deira, en werd later gebruikt om de Engelsen aan te duiden. Zie McKenna, ‘Gwaith Llywelyn’, 57; en GPC Deifr).
Vloeibare substantie, zoals water of mogelijk, in de context van deze satire, urine. Zie GPC dŵr, dwfr.
Klaagzang. Zie GPC marwnad, marnad.

Bibliografie

  • Andrews, Rhian M., ‘Cerddi Bygwth a Dadolwch Beirdd y Tywysogion’, Studia Celtica 41 (2007) 117-136.
  • Huws, Daniel, Medieval Welsh Manuscripts (Cardiff 2000).
  • McKenna, Catherine, 'Gwaith Llywelyn Fardd I', Gwaith Llywelyn Fardd I ac Eraill o Feirdd y Ddeuddegfed Ganrif: Cyfres Beirdd y Tywysogion II, red. Kathleen Anne Bramley en Morfydd E. Owen (Cardiff 1994) 3-99.

Digitale bronnen


Vorige bijdrage
Zusters, kluizenaars, ingewijde maagden en weduwen
Lisanne Bosman
17 maart 2025