De Keltische identiteit van Baden-Württemberg 

From Kelten
k101-2024-blasse-celtic-archaeology-identity
99
Gepubliceerd: 11 november 2024
De Keltische identiteit van Baden-Württemberg 
Lian Blasse
Title (EN): The Celtic Identity of Baden-Württemberg 
Abstract (EN):

In 2019, the German federal state of Baden-Württemberg announced a new policy to showcase its Celtic prehistory. Since then, many museums and archeological sites have been renovated, with interactive and multimedial elements, paid for by the state. This article describes those Celtic sites as well as the renovations, and ponders the Celtic identity of this part of Germany. It is to be hoped that these tourist attractions will aid the academic field of Celtic Studies, either by funding research or by enthusing people for the field. Lastly, Professor Alderik Blom of the University of Marburg shares his insight about the issue of national identity in Germany, linking their desire to be 'Celtic' to their desire to be 'European'.

In het zuidwesten van Duitsland ligt de deelstaat Baden-Württemberg, met zijn Zwarte Woud en Zwabische Jura, de Rijn en de bron van de Donau. Als het aan de deelstaatregering ligt, weet iedereen het spoedig: hier liepen ooit Kelten rond.

In 2019 lanceerde de ministerraad een landelijk cultuurbeleidsconcept genaamd Baden-Württemberg und seine Kelten (Baden-Württemberg en zijn Kelten). Het doel hiervan is om het Keltische verleden van de deelstaat ‘zichtbaar en tastbaar’ te maken. Minister-president Winfried Kretschmann lichtte toe: “De Kelten vertegenwoordigen in zekere zin de eerste pan-Europese culturele gemeenschap ten noorden van de Alpen. Hun sporen zijn op veel plaatsen in Baden-Württemberg zichtbaar, in de musea en op tal van archeologische vindplaatsen. De bijzondere historische relatie tussen het huidige Baden-Württemberg en de Kelten moet zichtbaarder worden gemaakt in het land en emotioneel tastbaar worden gemaakt voor de mensen.”[1] Dit beleid bevat een fikse financiële injectie in toerisme en educatie.[2] Denk daarbij aan gigantische verbouwingen aan musea, maar ook aan een Keltisch ‘avonturenpad’ inclusief augmented reality.

Ik las dit alles terwijl ik op weg naar het Zwarte Woud was, en ik was direct gefascineerd. Ik heb niet eerder zo’n gericht overheidsbeleid gezien op het gebied van Keltisch, en als ik aan ‘Keltische landen’ denk, komt Duitsland ook zeker niet als eerste in me op. Dus wat kenmerkt deze Keltische identiteit in dit gedeelte van Duitsland? Welke factoren spelen hier mee, en wat moeten wij in academische kringen van dit beleid vinden? Ik besloot er voor Kelten in te duiken.

“Keltenland”

Dat ‘de Kelten’ volgens Kretschmann ‘de eerste pan-Europese culturele gemeenschap ten noorden van de Alpen’ zouden zijn, is nogal een statement. Ook staatssecretaris voor kunst en cultuur Arne Braun is niet vies van grote woorden, en zei tijdens de heropening van het Hochdorf/Enz Keltisch Museum in maart 2024: “Een reis naar het verleden: 2500 jaar geleden, naar het tijdperk van de Kelten! Als we niet weten waar we vandaan komen, kunnen we ook niet weten waar we heen gaan. Baden-Württemberg is een Keltisch land.”[3] Hij herhaalde deze laatste zin tijdens de heropening van het Heidengraben Center in juni 2024. Maar over welke Kelten hebben ze het precies?

Afb. 1: De verspreiding van de Hallstatt-cultuur (in het geel), en de daaropvolgende La Tène-cultuur (in het groen). Bron: https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/e/ee/Hallstatt_LaTene.png

Over het algemeen wordt de archeologische Hallstatt-cultuur[4] (late Bronstijd, vroege IJzertijd, ca. 12e tot de 6e eeuw v. Chr.) geassocieerd met de eerste sprekers van het Keltisch. Tegen de 6e eeuw v. Chr. strekte deze cultuur zich uit vanuit de Alpen richting Frankrijk, Noord-Italië, richting de Balkan, en natuurlijk: Zuid-Duitsland. Het gaat hier om boeren die vaardig waren in metaalbewerking, die deels woonden in zogenaamde oppida (heuvelforten). De vele elitegraven lijken te wijzen naar een sterk hiërarchische cultuur.

Een paar van de belangrijkste archeologische vindplaatsen voor de latere Hallstatt-cultuur liggen in Baden-Württemberg. De Heuneburg is zo’n oppidum, en ligt aan de Donau, zo’n 60 kilometer ten noorden van het Bodenmeer. Het bestond uit een versterkte citadel met nederzettingen buiten de muren, en beleefde hoogtijdagen van 700 v. Chr. tot ca. de 5e eeuw v. Chr. Alleen al in de externe nederzetting woonden in deze periode ca. 5000 mensen, en dit is voor die tijd in deze regio volslagen uniek. Niet gek dus, dat er vaak wordt aangehaald dat de Heuneburg wel eens de stad Pyrene kon zijn in Herodotus’ Historiën:

“[...] want de Donau (Ístros) vloeit uit het land van de Kelten (Keltoi) en de stad Pyrene door het midden van Europa.”[5]

Afb 2: Een diorama van de Heuneburg in de 5e eeuw v. Chr. uit het Heuneburg Museum. Bron: https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=8045872

Er zijn ook meerdere elitegraven uit de Hallstatt-periode in de deelstaat gevonden, zoals het wagengraf bij Hochdorf uit 530 v. Chr., waar spectaculaire vondsten zijn gedaan, zie afb. 3. Toen er bij deze grafheuvel een Keltenmuseum werd gebouwd, trof men ook nog een nederzetting aan. Andere nederzettingen en grafheuvels zijn bijvoorbeeld Heidengraben, Ipf, Hohenasperg, en Tarodunum bij Freiburg im Breisgau.

Een weelde aan archeologische vindplaatsen dus, en meer dan terecht dat hier aandacht voor is, zodat zowel academici als een algemener publiek meer te weten kunnen komen over deze fascinerende periode in de geschiedenis, en zich kan verwonderen over de prachtige objecten die uit de graven zijn gekomen.  

Afb. 3: Een visualisatie van het vorstengraf bij Hochdorf. Foto van het Staatsmuseum van Württemberg, FaberCourtial, Thomas Hoppe

Op dit punt is het nodig om de term ‘Kelten’ even kritischer te bekijken. De academische definitie vereist dat een groep een Keltische taal spreekt of sprak om dit label te mogen dragen. Dus, sprak men in de Heuneburg en in de rest van de deelstaat een Keltische taal? Waarschijnlijk wel, maar het bewijs daarvoor klotst niet tegen de spreekwoordelijke plinten. De Hallstatt-cultuur ging vanaf 450 v. Chr. over in de La Tène-cultuur, en pas vanaf dan vinden we Keltische talen. Er zijn enkele inscripties in een Keltische taal in Noord-Italië uit de 6e eeuw v. Chr., en pas vanaf de 3e eeuw v. Chr. vinden we Gallische inscripties in Frankrijk. De bewoners van de Heuneburg en de andere oppida in deze regio van Duitsland schreven niet. Er is geen enkele Keltischtalige inscriptie uit Duitsland overgeleverd. Daarbij moeten we Herodotus maar op zijn blauwe ogen geloven dat er daadwerkelijk Keltoi in deze regio woonden, en er is geen enkel bewijs dat deze term ooit door Keltoi zelf gebezigd is.

We moeten het qua Keltische taal in Baden-Württemberg doen met plaatsnamen zoals Tübingen (wat mogelijk het Keltische element *dubo- bevat, cf. Iers dubh, Welsh du) en persoonsnamen, en verder stoelt het bewijs op de aanname dat de mensen die een materiële Hallstatt-cultuur hadden, of genetisch verwant waren aan latere Keltisch-sprekers, een Keltische taal spraken.

“Interaktiv und multimedial”

Vanaf het bekendmaken van het beleidsconcept Baden-Württemberg und seine Kelten in 2019 zijn er veel musea bij vooraanstaande sites verbouwd en uitgebreid op kosten van de deelstaatregering. In 2024 werden het Heidengraben Center – waar ook een ‘Keltisch avonturenveld’, een wandelpad en een uitzichttoren bij horen – en het Hochdorf/Enz Keltenmuseum heropend. In september opende de vernieuwde site bij Bopfinger Ipf. In het Württembergse Staatsmuseum in Stuttgart is een digitaal project ‘Zeit | Reise – Keltenland digital’ van start gegaan waarbij bezoekers in virtuele landschappen worden ondergedompeld. Bij de Heuneburg is men nog bezig om een ‘Keltische avonturenwereld’ uit de grond te stampen, waar de staat voor de eerste bouwfase vier miljoen euro investeerde. Ook in Heidelberg is men nog bezig met een “Keltenpark” op de Heiligenberg, inclusief gedeeltelijke reconstructie van de muren, en een vernieuwde “interactieve ervaringsruimte” met een panoramisch beeld van de nederzetting op de Heiligenberg. Kosten: zo’n vijf ton.

Al met al lijkt het erop dat alles interaktiv und multimedial dient te zijn om toeristen en scholieren een indruk te geven van de late Bronstijd en vroege IJzertijd in Baden-Württemberg. Men moet erleben, op tijdreis en avontuur gaan, alles om Keltenland in de woorden van de ministerpresident Kretschmann ‘emotioneel tastbaar te maken’. Vergeef mij de enigszins cynische toon, maar is dit beleid (en daarmee, het geld) dan echt alleen bedoeld om Keltische pretparken te bouwen? Is het wel echt leerzaam voor de bezoekers?[6] En heeft de Keltologie als academische discipline er ook nog iets aan?

Afb. 4: Het Kelten-Erlebnis-Pfad bij de Heidengraben. Bron: https://www.grabenstetten.de/freizeit-tourismus/sehenswuerdigkeiten/heidengraben

Wetenschappelijk onderzoek

Gelukkig lijkt het antwoord op die laatste vraag wel een voorzichtig ‘ja’ te zijn. In juni 2024 publiceerden wetenschappers een artikel in Nature Human Behaviour[7] waarin de genetische sequenties van begraven individuen in Baden-Württemberg zijn gereconstrueerd. Het gaat om een samenwerking tussen het Landesamt für Denkmalpflege Baden-Württemberg (Staatsbureau voor Monumentenbehoud) en het Max Planck Instituut voor Evolutionaire Antropologie in Leipzig. Ik heb niet kunnen verifiëren waar het geld voor dit onderzoek vandaan kwam (bij het artikel zelf staat alleen het Max Planck Instituut vermeld als geldschieter), maar gezien de betrokkenheid van het Staatsbureau voor Monumentenbehoud vermoed ik wel dat er een bijdrage is geweest vanuit het potje van het beleidsconcept Baden-Württemberg und seine Kelten, ook omdat de deelstaatregering een persbericht hierover uitbracht op hun website.

In elk geval heeft het onderzoek interessante resultaten opgeleverd die ons veel leren over de Keltische Brons- en IJzertijd in Baden-Württemberg. Waar ook Nederlandse media zoals de Volkskrant dit nieuws met een smakelijke titel brachten (het NRC was gelukkig nuchterder), kopte de Stuttgarter Zeitung met het generaliserende “Bei den Kelten gaben die Frauen die Ton an”, inclusief een 19e eeuwse afbeelding van zogenaamde Kelten.

Het daadwerkelijke nieuws: er werd genetisch materiaal van 31 personen uit zeven verschillende locaties in Baden-Württemberg onderzocht, wat een prachtig beeld opleverde van de mobiliteit in de regio in de 6e en 5e eeuw v. Chr. Twee van de personen die het rijkst begraven zijn (in de grafheuvels bij Hochdorf en Asperg-Grafenbühl) bleken oom en neef te zijn. Zeer waarschijnlijk was de man in het graf bij Hochdorf de broer van de moeder van de man die bij Asperg-Grafenbühl begraven was, wat een matrilineaire dynastieke opvolging impliceert; de zoon van de zus van de koning erfde de macht. De onderzoekers benadrukken dat dit wellicht alleen voor Zuid-Duitsland gold, en dus niet per se voor de hele Hallstatt-cultuur, maar dat weerhield kranten er niet van om te koppen met vrouwen die bij de Kelten ‘de toon zetten’.

Het is te hopen dat meer van dit soort onderzoek zal worden uitgevoerd, omdat het ons ontzettend veel leert over waar deze mensen vandaan kwamen, hoe ze zich bewogen, hoe de samenleving was geconstrueerd, hoe de familiestructuren in elkaar zaten, etcetera. Dat journalisten een aantrekkelijke kop voor hun artikelen willen, zal nooit veranderen, maar hopelijk zijn dit wel de soort dingen die je als bezoeker van een museum gaat leren. Er is geen educatie in dit vakgebied mogelijk zonder goed en gedegen wetenschappelijk onderzoek. En datzelfde geldt voor goede en gedegen wetenschappers: er valt niet uit te sluiten dat jonge kinderen die een Keltisch Erlebnispfad hebben gelopen en een virtueel landschap met Kelten hebben gezien, op termijn Keltisch willen gaan studeren. Ik moet denken aan de paleontologie, waarbij de wetenschap de ogen rolt als het weer over Jurassic Park gaat, maar waarbij bijna elke jonge paleontoloog ooit aan dat carrièrepad begon nadat de film diens interesse had gewekt.[8] Of de videogame Age of Empires, die voor een nieuwe generatie historici zorgde.[9]

De Keltische identiteit

Terwijl ik vanuit Freiburg het Zwarte Woud in reed en van het prachtige landschap genoot, bleef ik maar over dit beleid nadenken. In Freiburg had ik de KeltenKids-tentoonstelling bekeken in het Archäologisches Museum Colombischlössle, waar kinderen kunnen leren over het Keltische verleden, onder andere door zich als Kelt te verkleden. Ze hadden ook volwassen maten, tot mijn – toch ook ineens kinderlijke – vreugde. Want het is toch ook gewoon leuk, om op creatieve en immersieve manieren meegenomen te worden naar het verleden, al helemaal voor mij als alumna Keltisch, want het is een verleden waarin men een vorm van de taal sprak waar ik vijf jaar lang voor in de collegebanken heb gezeten. Natuurlijk wil ik me als een Kelt verkleden! En stiekem baalde ik zelfs een beetje dat de Keltische Avonturenwereld bij de Heuneburg tijdens mijn verblijf in Baden-Württemberg nog niet af was…

Een verkleedpartij in de KeltenKids-tentoonstelling in het Archäologisches Museum Colombischlössle in Freiburg im Breisgau - de anachronistische sneakers zijn niet de schuld van het museum maar van mijzelf.

Bij thuiskomst na een reis die me met meer vragen dan antwoorden had opgezadeld, contacteerde ik professor Alderik Blom van de Philipps-Universität Marburg, en hij was zo vriendelijk om hier uitgebreid op in te gaan.

Ook hij ziet toerisme als voornaamste reden achter het beleid dat door de deelstaat is ingevoerd. De termen waarmee dit project wordt aangeprezen vallen hem op: “Het lijkt mij vrij typisch voor het moderne Duitsland dat het eigen verleden zeer expliciet als ‘pan-Europees’ wordt aangeprezen. Alles wat riekt naar nationale identiteit is in Duitsland nog altijd erg omstreden. Zo reageert men doorgaans al snel wat krampachtig op de nationale vlag of het volkslied, bijvoorbeeld bij een voetbalwedstrijd, en zijn woorden als ‘Volk’, ‘Nation’ e.d. echt taboe, op een manier die in Nederland, Groot-Brittannië, Frankrijk of Ierland zo niet echt voorstelbaar is. Het is dus typisch dat het verleden van Baden-Württemberg zowel als pan-Europees en als niet-Germaans (natuurlijk helemaal beladen vanwege het misbruik uit de Nazi-tijd) [gelabeld wordt]: Kelten zijn ‘veilig’ want meer ‘Europees’ dan ‘Duits’.”  

Dus als staatssecretaris voor kunst en cultuur Arne Braun “Baden-Württemberg ist KeltenLand” zegt, ligt de betekenis ‘wij zijn Europeanen’ daar wellicht dichter onder dan ‘wij zijn Duitsers’. Identiteit is dan ook een kwestie van je afzetten tegen het ene door je naast het andere te scharen, en andersom – alleen door te weten wat we niet (willen) zijn, weten we wat we wel (willen) zijn.

Daarmee is het wellicht ironisch dat de Franse Keltische identiteit (zij hebben immers ook een pre-Romeins Keltisch verleden) zich volgens Blom juist vormde als afzetting tegen Duitsland. “In Frankrijk heeft het idee ‘Kelten’ te zijn een lange geschiedenis, die vooral te maken heeft met de politieke en culturele rivaliteit met Duitsland, zeker vanaf de 19e eeuw, maar ook met een zekere interpretatie van de Franse Revolutie (de derde stand = de Kelten, die in opstand komen tegen de Germaanse veroveraars = de adel).”

Maar het benadrukken van hun Keltische identiteit was voor Fransen juist zo lang de norm, dat er daar inmiddels een zekere celtoscepsis heerst, volgens Blom: “Zeker onder de academici, die (naar mijn ervaring in Bibracte) de voorromeinse tijd niet zo graag meer verbinden met ‘Kelten’ en af willen van de ‘nos ancêtres, les Gaulois’-clichés. Maar in de populaire cultuur leeft het Keltische verleden natuurlijk gewoon verder.”

Bij mijn vraag of dit beleid om het pre-Romeinse Keltische verleden met miljoenen interactief en multimediaal te maken een vorm van Keltomanie is, stelt hij me gerust. “Ik zou het niet als Keltomaan willen beschouwen en kijk er als academicus ontspannen naar.” Maar, zegt hij, het hangt af van je definitie van Keltomanie. “In de 18e eeuw waren de ‘Kelten’ het ultieme ‘oervolk’ en de verklaring voor alles – dat lijkt me hier zeker niet het geval. Ik zie dit eerder als een typisch moderne Duitse strategie om toch in de behoefte aan ‘eigen’ geschiedenis te voorzien zonder de voornoemde gevreesde gevaren – en daar natuurlijk het nodige aan te verdienen.”

En Keltisch is natuurlijk, zoals ik ook ondervond tijdens mijn verkleedpartij in een museum in Freiburg, gewoon ontzettend leuk. Daarbij zijn de Kelten nog steeds heel erg hip en aansprekend voor een algemeen publiek. Hopelijk gaat dat publiek allemaal het Erlebnis-Pfad lopen om daarna Keltisch te gaan studeren, en kan er met vrijgemaakt overheidsgeld zoals in het beleidsplan Baden-Württemberg und seine Kelten in combinatie met deze nieuwe generatie Keltologen verder onderzoek gedaan worden naar de Kelten, hun cultuur, en hun talen.

Eindnoten

“Das Keltische stellt in gewisser Weise die erste paneuropäische Kulturgemeinschaft nördlich der Alpen dar. Die Spuren sind in Baden-Württemberg an vielen Stellen sichtbar, in den Museen des Landes genauso wie an zahlreichen Fundstätten. Die besondere historische Beziehung des heutigen Baden-Württemberg zu den Kelten soll im Land sichtbarer und für die Menschen emotional erfahrbar gemacht werden.”
Er is op het moment van schrijven (zomer 2024) zo’n acht miljoen euro in verscheidene projecten binnen dit beleid geïnvesteerd.
“Eine Reise in die Vergangenheit [...]: in die Zeit vor 2.500 Jahren, in die Ära der Kelten! Denn wenn wir nicht wissen, woher wir kommen, können wir auch nicht wissen, wohin wir gehen. Baden-Württemberg ist KeltenLänd.”
Vernoemd naar het Oostenrijkse dorp Hallstatt waar veel artefacten en graven in deze cultuur gevonden zijn.
Herodotus, Historiën, ii.33
Op zijn minst wordt de zogenaamde Keltische boomhoroscoop op de website van Keltenland Baden-Württemberg ontkracht op de pagina met leuke Keltenfeitjes: https://www.keltenland-bw.de/wissenswelt/#more-facts Dat je “in de Keltische tijd kon scheiden” deed mij dan weer wel de wenkbrauwen fronsen.
Gretzinger, J., Schmitt, F., Mötsch, A. et al. "Evidence for dynastic succession among early Celtic elites in Central Europe", Nature Human Behaviour 8 (2024), 1467-80.

Bibliografie


Vorige bijdrage
Nieuws en mededelingen Kelten 98
Lian Blasse
1 mei 2024
Volgende bijdrage
De Ierse invloed op Oudengelse literatuur in kaart gebracht
Joyce Voorrips
28 oktober 2024