Ulsterse stew

From Kelten
k89-2021-jaski-gaelic-ulster-middeleeuwen
90
Gepubliceerd: 25 januari 2022
Ulsterse stew
Bart Jaski


GaelicUlstermiddeleeuwen
Title (EN): Ulster stew
Abstract (EN):

In Gaelic Ulster in the Middle Ages: history, culture and society, Katharine Simms treats the reader on a tasteful and fulsome overview of later medieval Ulster. Based on decades of research, her book deals with both political history in the first, and with culture and society in the second part. Broad in scope but filled with detailed discussions that bring the period to life, this is historical writing at its best.

Simms, Katharine, Gaelic Ulster in the Middle Ages: history, culture and society, Trinity Medieval Irish Series 4 (Dublin 2020). Four Courts Press. 552 pp., ISBN 9781846827938, gebonden, €65.

Men neme een Ierse braadpan en gooie daar wat brokken heetgebakerde O’Neills en pittige O’Donnells in. Op smaak brengen met wat Maguires en MacMahons, wat snufjes O’Reilly, O’Hanlon en aanverwanten, clerici van Armagh niet te vergeten, en doe ook maar wat krijgers, barden, artiesten en vrouwen mocht je die toch hebben liggen. Flink roeren die hap, en als het genoeg gesudderd heeft de boel lekker afblussen met een vette kwak Engelsen – oppassen dat die de smaak niet te veel gaat overheersen – en vooruit, ook een rijke scheut ‘Scotch’. Serveer in de vorm van een dikke pil die toch smakelijk en licht verteerbaar is.

Ziedaar het recept voor Katharine Simms’ Gaelic Ulster in the Middle Ages: history, culture and society, een tweegangendiner van een chef in het oeuvre. Simms geldt al decennia als de grootste expert op het gebied van middeleeuws ‘Gaelic’ Ierland. Haar From kings to warlords: the changing political structure of Gaelic Ireland uit 1987 is een ijkpunt in de moderne geschiedschrijving over middeleeuws Ierland. Voor het eerst werd een compleet overzicht geboden van de latere middeleeuwse Ierse politieke structuur, en ging het niet overwegend over de Anglo-Normandische en Engelse heren en koningen. Bijna 35 jaar later komt er een nieuw overzichtswerk van haar uit dat met 552 pagina’s met recht een magnum opus genoemd mag worden.

Simms put hierin uitvoerig uit ruim 60 publicaties van haar eigen hand en ruim 700 van anderen. In wezen verwerkt ze hierin al de door haar opgedane kennis, en sluit het haar onderzoeken naar Gaelic Ulster af die begonnen met haar BA-thesis ‘The O’Neills in the later Middle Ages’ uit 1969 en haar proefschrift ‘Gaelic lordships in Ulster in the later Middle Ages’ uit 1976. Het huidige werk vindt hierin al zijn oorsprong, zoals ze ook in het voorwoord schrijft. Simms deelt het geheel op in twee vrijwel gelijke stukken: politieke geschiedenis, en cultuur en maatschappij.

Schrijven over politiek middeleeuws Ierland betekent voor de lezer vaak dat je door een hele horde namen van koningen en heren en hun broers, ooms, neven en andere familieleden heen moet waden die elkaar vaker naar het leven staan dan elkaar steunen. Dat kan nogal intimiderend en verwarrend zijn als je daarmee onbekend bent, maar Simms weet duidelijk lijn in haar verhaal aan te brengen. Ze brengt de belangrijke ontwikkelingen overzichtelijk in kaart maar heeft ook oog voor details en anekdotes die smaak geven aan het geheel. Er ontvouwt zich daarmee een narratief met dramatische en onverwachte gebeurtenissen. Deze kunnen worden onderbroken als alles plotseling in een stroomversnelling geraakt, zoals bij de komst naar Ierland van de Anglo-Normandiërs in de late jaren 1160, de Schotten in 1315 of koning Richard II in 1394. Aan de andere kant blijven de rivaliteiten, huwelijksallianties, verraderlijke acties, plundertochten, broedermoorden en veroveringen maar doorgaan. En juist die krijgen nu een context en brengen lijn en leven in het verhaal. Simms put daarbij uit veel verschillende bronnen, van oorkonden tot bardische gedichten, en ook al is dit soms uit noodzaak omdat er geen andere teksten voorhanden zijn, het brengt ook afwisseling en ruimte voor een humoristische noot of rake observatie. Haar relaas wordt ondersteund door illustraties en stambomen van de belangrijkste Ierse en Engelse families. Langzamerhand word je zo meegezogen in de niet-aflatende strijd tussen alle Ierse en buitenlandse ‘clans’, onderling en tegen elkaar.

Het gedeelte over de Ulsterse cultuur en maatschappij heeft natuurlijk een wisselwerking met het politieke gedeelte en vice versa. Simms bespreekt hierin het koningschap, de kerk, dichters, geleerden en artiesten, oorlogvoering, hofdames en vrouwen, en gewone mensen (bewoning, bijeenkomsten, alledaags leven). Ook hier geldt dat sommige aspecten hiervan misschien al bekend zijn, maar nu worden zaken op een rijtje gezet, en worden nieuwe bronnen, details en alternatieve gezichtspunten gepresenteerd. De beperking tot Ulster stelt Simms in staat dieper op bepaalde thema’s in te gaan, maar tegelijkertijd zegt het ook veel over de situatie in Ierland in het algemeen.

Dit is bijvoorbeeld het geval in de secties die aandacht besteden aan de ‘middenklasse’ van de Ierse samenleving, zoals de rechters, geneeskundigen, musici en edelsmeden, waar steeds uiteenlopende bronnen besproken worden om een zo goed mogelijk overzicht te geven. Bij het hoofdstuk over vrouwen verwijst Simms naar voorbeelden waar vrouwen eigenhandig politieke beslissingen namen en oorlog voerden. Zo kreeg Findguala MacDonald bij haar huwelijk met koning Aodh Ó Domhnaill in 1569 een troep Schotse huurlingen als bruidsschat mee, die ze onder andere inzette om haar zoon naar voren te schuiven voor de opvolging in het koningschap van Tirconaill ten koste van diens oudere halfbroers. Koninginnen konden ook optreden als vredestichters en werden geprezen om hun vroomheid als ze slechts met mate dronken – daar waar koningen juist werden geprezen als ze met hun maten maar doorzopen. Want dat was het stramien in middeleeuws Ierland: verschil moet er zijn. Een koningin werd ook begeleid door haar hofdames, en beide partijen werden geacht elkaars gedrag nauwlettend in de gaten te houden. Lager op de maatschappelijke ladder vinden we minder restricties. Er zijn reportages waarin staat dat vrouwen zodanig veel dronken dat ze urineerden waar de mannen bijstonden, en zelfs van de hofdames wordt gezegd dat zij indiscreet hun lichaam toonden onder hun kleding. De afbeeldingen van Ierse vrouwen door Lucas de Heere (stierf 1584) en Wenceslaus Holder (ca. 1644) laten zien dat zij grote en ruime mantels droegen, maar daaronder waarschijnlijk niet veel. Dit kon verkeerd begrepen signalen opleveren. In dit soort gevallen brengt Simms verschillende bronnen bij elkaar om de beweringen in buitenlandse verslagen tegen af te wegen of bardische hyperbolen af te zwakken.

Bij een groot overzichtswerk als dit is er altijd wat waarvan je denkt dat de literatuur wat meer up-to-date of uitgebreider had mogen zijn. Sommige uitgangspunten vragen ook om nadere discussie. Zo heb ik wat moeite met haar bestempeling van Ulster als een achtergebleven gebied door het gebrek aan urbanisatie, wat ze weer wijdt aan het wegjagen van de Vikingen door de Ieren in 866 (pp. 22, 53, 69, 82). Maar dit gold ook voor Connacht, de provincie die in de twaalfde eeuw en later juist voor een goed deel het politieke en culturele centrum van Ierland was. En ook in dit werk vinden we nog het oneigenlijke gebruik van de nogal vage term ‘hoge-koning’ (high-king, ardrí) – maar dat doen velen en ik ben zo’n beetje de enige die daar een probleem mee heeft. Deze en enkele andere bedenkingen zijn echter maar peanuts in een grandioos gerecht dat met veel zorg is bereid. Lezen die hap!



Vorige bijdrage
Een nieuw leven voor de Ierse taal: onderwijsstrategieën als schakel naar intergenerationele taaloverdracht
Nina uit het Broek
11 maart 2022
Volgende bijdrage
History and salvation in medieval Ireland
Brigid Ehrmantraut
11 april 2022