De langverwachte leergang Middelwelsh

From Kelten
k94-2023-faure-middelwelsh-grammatica-mondon
94
Gepubliceerd: 2 maart 2023
De langverwachte leergang Middelwelsh
Pierre Faure


MondonLINCOMMiddelwelshgrammatica
Title (EN): The long-expected introduction to Middle Welsh
Abstract (EN):

Mondon's introduction to Middle Welsh offers a welcome new addition to the growing set of companions to the medieval Celtic languages. Minor criticisms aside, Mondon succeeds at providing a workbook-style, English-language introduction to the language, which had long been lacking.

Mondon, Jean-François, Cymraec Canawl: An introduction to Middle Welsh, LINCOM student grammars 5 (München 2020). LINCOM GmbH. 270 pp., ISBN 9783969390191, paperback, € 56,60.

Van november 2021 tot en met juni 2022 heb ik met genoegen gewerkt als ondersteunend docent bij de opleiding Keltische talen en cultuur van de Universiteit Utrecht. Eén van de vakken die ik daar gaf was Middelwelsh 2, in het laatste blok van het jaar: voor sommigen het laatste vak Middelwelsh, voor anderen een opstap naar Middelwelsh 3, dat ze na het eerste jaar als verdieping kunnen volgen.

Waar ik niet bij was, was Middelwelsh 1, in het blok ervoor. Ik stel me dat voor als een zachte landing na Oudiers 1 en 2 in de eerste helft van het jaar; na een angstaanjagende ervaring met die verschrikkelijk moeilijke taal vinden studenten het vaak fijn om te zien dat Middelwelsh een stuk vriendelijker in omgang is. Stel je het Oudiers voor als een pitbull, en het Middelwelsh als een keeshondje.

Maar ook keeshondjes kunnen grommen, bijten, en je huiswerk opeten. Zo gaat het ook een beetje met Middelwelsh; het is op andere manieren dan Oudiers vervelend, maar niet bepaald mínder. En net zoals er op het internet vele waarschuwingen worden gedeeld over het nemen van een pitbull, zo ook is het Oudiers berucht. Maar over keeshondjes hoor je niet zo veel.

Zo heeft het Oudiers al een tijdje de (bij de opleiding Keltisch) wereldberoemde Student’s companion to Old Irish grammar, een reddingsboei voor wie in de minder toegankelijke A grammar of Old Irish dreigt te verzuipen. Maar zulke hulp bleef, vooralsnog, bij Middelwelsh uit. Toch kan ik als docent beamen, mede namens mijn klasje, dat ook A grammar of Middle Welsh niet altijd even helder is voor de beginnende student. Dus waar blijven de reddingsboeien? Die zijn er wel, maar die zijn ófwel niet in het Engels (maar in het Modern Welsh), ófwel erg oud, ófwel gericht op één specifieke tekst.[1] Wat we nog misten was een moderne, Engelstalige introductie tot het Middelwelsh, die voortbouwt op de nieuwe inzichten die we hebben gekregen sinds het begin van de vorige eeuw.

Voor dat nieuwe type reddingsboei hebben we een fabrikant gevonden: de LINCOM student grammars. Dat is een vrij nieuwe serie die, zoals de naam al vermeldt, grammatica’s van talen publiceert voor (beginnende) studenten. Nog aardiger is dat de serie zich richt op obscure talen waarvoor (Engels) lesmateriaal schaars is: Baskisch, Georgisch, Abchazisch, Klassiek Armeens, en daarnaast, Middelwelsh. Wederom is in dit lijstje het Middelwelsh misschien wel de meest toegankelijke taal.

De auteur is Jean-François R. Mondon; naast Welsh schrijft hij ook over Bretons, Bulgaars, Latijn, Grieks en Armeens. Voor het Latijn schreef hij al eerder twee leerboeken bij uitgever Routledge, en voor het Klassiek Armeens schreef hij de eerdergenoemde grammatica die tevens door LINCOM gepubliceerd werd. Mondon is dus van vele markten thuis: hij is een ervaren grammaticaschrijver en hij is ook goed bekend met in ieder geval het Brits-Keltisch. Dat belooft veel goeds, en gelukkig: Mondon maakt het waar.

Voorafgaand aan het boek presenteert Mondon een korte bibliografie waarin hij geciteerde werken én verdiepend materiaal aanbiedt. Daarin komen alle grote spelers voor: Stefan Schumacher, David Willis, Kenneth Jackson en nog meer. Ook wordt er, als kers op de taart, een brede selectie gegeven aan Middelwelshe teksten ― waarover later meer.

Mondons grammatica van het Middelwelsh is opgesplitst in 50 hoofdstukken. Na elke 10 hoofdstukken krijgt de student een paar korte tekstjes te lezen waar de nadruk wordt gelegd op hetgeen dat in de voorafgaande hoofdstukken is behandeld. Ik heb hier natuurlijk geen plek om elk van deze hoofdstukken te bespreken, en u wilt dat natuurlijk helemaal niet lezen; laten we daarom beginnen door in grote lijnen de voor- en nadelen van Mondons aanpak (of die van LINCOM ― dat is mij niet duidelijk) te bespreken.

Allereerst is een compliment op zijn plaats voor juist het feit dat het boek in hapklare stukjes is opgedeeld, met de focus op één element tegelijk. Mondon legt nooit twee dingen tegelijkertijd uit, maar speelt wel in op wat de lezer al uit eerdere hoofdstukken hoort te weten. Dat is wat mij betreft een heel fijne lesmethode. Ook is Mondon zich goed bewust van zijn eigen, taalkundige achtergrond, en gebruikt hij tegelijkertijd gerichte terminologie én legt hij die uit. In mijn loopbaan als student heb ik te maken gehad met docenten (uiteraard níét van de opleiding Keltisch) die géén gerichte terminologie gebruikten, of dat wel deden maar die niet uitlegden. Hoe Mondon het aanpakt, zo hoort het.

Naast de grammatica leert de lezer ook in elk hoofdstuk steeds wat meer woorden herkennen, en ― mijn docentenhart gaat er sneller van kloppen ― wordt hij bij elk hoofdstuk geconfronteerd met een paar opdrachten. Die opdrachten zijn goed te doen, maar vooral ook gevarieerd en creatief: vertaling, oefening in uitspraak, en mijn favoriet: het herkennen van afwijkende spelling.[2] De hoofdstukken zijn zeer overzichtelijk: elk grammaticapunt wordt in detail besproken en met meerdere voorbeelden geïllustreerd. Alle onderdelen zijn duidelijk afgebakend, wat de leesbaarheid voor de beginnende student (en ook de beginnende docent!) sterk bevordert.

Alle lof die ik hier geef aan An introduction to Middle Welsh moet gepaard gaan met een paar kanttekeningen. Deze minpuntjes doen niet af aan mijn algemene waardering van dit boek, maar ze mogen wat mij betreft best genoemd worden, zij het eerder als gebruiksaanwijzing dan als fundamentele punten van kritiek.

Ten eerste is de volgorde van de behandelde stof, naar mijn mening, licht merkwaardig, vooral wanneer Mondon het heeft over de vervoeging van de regelmatige werkwoorden. Dat niet alles achtereenvolgens wordt behandeld is een goede zaak – twintig hoofdstukken achter elkaar over het werkwoord is wel heel lang – maar het zou goed zijn geweest om de relatieve frequentie van de werkwoordsvormen bij het bepalen van de volgorde in acht te nemen: het meest voorkomende eerst, en het minst vaak voorkomende aan het eind. Het is wat mij betreft vreemd om de subjunctief pas na de perfectieve constructie te behandelen; ook zou ik er persoonlijk voor hebben gekozen om het imperfectum en het preteritum kort na elkaar te behandelen (en niet met tien hoofdstukken ertussen), omdat de moeilijkheid bij die vervoegingen er in ligt dat ze beiden als onvoltooid verleden tijd kunnen worden vertaald. Dan is een gerichte uitleg over het gebruik van deze twee vormen, zoals Mondon ook netjes doet voor de subjunctief, wel op zijn plaats. Maar: uiteindelijk zijn deze punten van kritiek niet heel belangrijk, omdat een docent er altijd voor kan kiezen om de hoofdstukken van dit boek anders in te delen bij het opgeven van huiswerk.

Ten tweede mis ik een index voor grammaticale en taalkundige terminologie. Het boek bevat wel een woordenlijst, die natuurlijk welkom is, maar het zou handig zijn geweest voor de student (en voor de docent die een les wil voorbereiden) als er gericht kon worden gezocht naar bepaalde termen. Nu is het boek al wel opgedeeld in 50 hoofdstukken, en daarmee komt men een heel eind ― maar een index zou het nog gemakkelijker in gebruik hebben gemaakt.

Een derde punt, en dit is waar ik echt moet gaan zóéken naar iets om over te zeuren, is de opmaak. Hoewel de inhoud van het boek heel professioneel is gecureerd, en je kunt zien dat er goed en hard over is nagedacht, oogt het boek als een standaard sjabloon voor een Word-bestand. Calibri (Hoofdtekst), lettergrootte 11 voor de hoofdtekst en grootte 10 voor de voetnoten; alles is links uitgelijnd, en tot mijn grote ergernis is de paginanummering dan weer in Times New Roman. Soms zijn de bijschriften van tabellen niet goed uitgelijnd. Dit alles zorgt er voor dat An introduction to Middle Welsh, op het eerste gezicht, goedkoop en amateuristisch oogt. Dat is zonde, want wie verder leest en hiermee Middelwelsh poogt te leren zal ondervinden dat het kundig is geschreven, en uitermate geschikt is als lees- en leerboek. En een grammatica lees je nu eenmaal niet omdat hij mooi is.

Deze kritiekpunten, al beslaan ze een groter deel van de recensie dan mijn complimenten, verbleken tegenover de in het algemeen positieve ervaring die ik heb gehad bij het lezen en doornemen van An introduction to Middle Welsh. Wie altijd al Middelwelsh heeft willen leren, of wie een vak Middelwelsh volgt aan de universiteit, zal veel steun kunnen hebben aan dit boek. Het is een zeer welkome toevoeging aan het brede scala aan leerboeken voor de middeleeuwse Keltische talen. Nu Middelbretons en Middelcornish nog.

Bibliografie

  • Evans, D. Simon, A grammar of Middle Welsh (Dublin 1964).
  • Sims-Williams, Patrick, Buchedd Beuno: The Middle Welsh Life of St. Beuno (Dublin 2018).
  • Thurneysen, Rudolph, A grammar of Old Irish (Dublin 1949).
  • Vries, Ranke de, A student’s companion to Old Irish (2013).

Eindnoten

Sims-Williams, Patrick, Buchedd Beuno: The Middle Welsh Life of St. Beuno (Dublin 2018). Zie hiervoor ook de recensie van dit boek, die eerder verscheen in Kelten 78, https://kelten.vanhamel.nl/k78-2019-nooij-welsh-recensie-buchedd_beuno-editie.
Een mooi voorbeeld hiervan is pagina 81, waarin Mondon aan de lezer vraagt: “Find an example where u is written 'u' and not the more normal 'w'”. 

Vorige bijdrage
Eeuwenoude Keltische dualiteit in een nieuw fantasy-jasje?
Annalies Robertus
28 maart 2023
Volgende bijdrage
Overzicht van bachelor- en masterscripties Keltisch op Nederlandse universiteiten 2021-2022
Joyce Voorrips
30 maart 2023