Hoe helden ten onder gaan: de onvermijdelijkheid van geasa in de BBC series Merlin en The death of Cú Chulainn

From Kelten
k96-2023-zwart-geis-merlin-táin
96
Gepubliceerd: 29 september 2023
Hoe helden ten onder gaan: de onvermijdelijkheid van geasa in de BBC series Merlin en The death of Cú Chulainn
Carlijn Zwart
Title (EN): The death of heroes: inescapable geasa in the BCC series Merlin and The death of Cú Chulainn
Abstract (EN):

The BBC series Merlin is an anachronistic series that borrows elements from many different stories, myths, and legends. Amongst others, the series can be linked to the Táin bó Cúailnge, the greatest saga of Old Irish literature which centres on the hero Cú Chulainn. The heroes of these stories, Arthur and Cú Chulainn, respectively, are both nearly invincible. Through geasa, personal taboos that cannot be broken, both stories create a natural environment for the downfall of these heroes. Merlin shows how geasa have been adapted in modern times and that their function is as important today as it was in the Táin bó Cúailnge.

De televisieserie Merlin (2008-2012) van de Britse omroep BBC is vanwege het grote aantal fans een befaamde adaptatie binnen een lange traditie aan verfilmingen van de Arthur-legendes. Waar veel moderne films zich houden aan de wat grovere ondertoon van deze verhalen, weet de BBC de legende te herschrijven als een coming-of-age verhaal, waarbij prins Arthur en Merlin ('Merlijn') leeftijdsgenoten en beste vrienden zijn. Samen proberen zij zich een weg te banen onder het onrechtvaardige leiderschap van koning Uther en de constante gevaren die Camelot bedreigen. Ondertussen is magie verboden in Camelot, en moet Merlin koste wat het koste zijn eigen magie verborgen houden. Deze adaptatie introduceert veel bekende figuren van de legende: Arthur en Merlin, koning Uther, Morgana, Guinevere, Morgause, Mordred en menig ridder van de ronde tafel: Lancelot, Percival en Gawaine. Hoewel hier en daar de onderlinge relaties van de personages wat verschillen van de originele legende, houden veel personages hun onderliggende rol vast. Zo is Merlin ondanks zijn jonge leeftijd een beschermengel en mentor van Arthur, is Morgana de vijand van het verhaal, en is Mordred verantwoordelijk voor de uiteindelijke ondergang van Arthur bij de slag van Camlann.

Niet alleen speelt de serie met de bekende personages van de legende, het neemt ook de vrijheid om mythes, legendes en wezens uit verschillende middeleeuwse culturen en verhalen te verwerken in het landschap. Hierdoor wordt een hybride verhaalwereld gecreëerd, wat al het onderwerp is geweest van vele adaptatiestudies. Philippa Semper is professor aan de Universiteit van Birmingham in Oudengelse taal en cultuur en zij richt zich in haar onderzoek op de relatie tussen moderne fantasy literatuur en middeleeuwse teksten. Volgens haar heeft de wereld van Merlin kenmerken die passen bij zowel het middeleeuwse Engeland van de vijfde of zesde eeuw, als dat van de twaalfde of zelfs vijftiende eeuw. De serie is dus anachronistisch: het houdt zich niet vast aan een specifiek tijdsbeeld, maar hecht meer waarde aan de creatie van een eigen, nieuwe mythe: een 'past that never was', boven de creatie van een landschap dat trouw is aan historische feiten.[1] Door deze basis kan de serie elementen uit verschillende tradities en mythen tonen zonder dat het misplaatst voelt.

Merlin leent elementen uit twee belangrijke literaire tradities rondom de Arthur-legende: de ridderlijkheid of hoffelijkheid die zo belangrijk is in de Franse traditie, en de focus op het behalen van eer door middel van heldendaden kenmerkend voor de Keltische traditie. Een voorbeeld uit deze Keltische traditie is het gebruik van het concept geis (meervoud: geasa), dat vooral voorkomt in de vroege Ierse verhalen. Geasa zijn 'tribal, ancestral, or personal tabus' die worden opgelegd aan de personages in deze verhalen. Het breken van een geis heeft als resultaat gewoonlijk ofwel de dood van dat personage, ofwel onheil voor het land waarover diegene heerst.[2] Eén van de bekendste voorbeelden van een geis komt voor in ‘The death of Cú Chulainn’, het verhaal over de dood van de held die centraal staat in de Táin bó Cúailnge.[3] Het breken van zijn geis resulteert in zijn dood.

Al wordt het niet nadrukkelijk benoemd, ook in Merlin spelen geasa een grote rol. In de afleveringen ‘The labyrinth of Gedref’[4] en ‘The Disir’[5] wordt duidelijk dat ook aan Arthur een geis is opgelegd. Door de werking van geasa in Merlin in kaart te brengen, wordt duidelijk hoe de literaire traditie van de geis terugkomt in moderne vertolkingen van middeleeuwse verhalen. Dit artikel betoogt dat de geis aanwezig is in Merlin en dat het gebruik ervan sterke overeenkomsten heeft met het gebruik van geasa in The death of Cú Chulainn, waarbij de geis noodzakelijk is om een natuurlijk eind te creëren voor een onoverwinnelijke held.

'The labyrinth of Gedref'

In de eerste aflevering die hier besproken wordt, ‘The labyrinth of Gedref’, staat een ideologie centraal die een overblijfsel is van Ierse verhalen over koningschap. Volgens deze kingship ideology is de fysieke en morele status van de koning evenredig aan de gezondheid van zijn land en zijn volk.[6] In combinatie met de aanwezigheid van geasa in deze verhalen, had het breken van een geis door de koning sterke invloed op zijn morele reinheid en daarmee op de gezondheid van zijn volk. Geasa waren deel van de kern van deze ideologie en dienden daarom als strikte beperkingen waar koningen zich aan moesten houden.[7] In de aflevering ‘The labyrinth of Gedref’ hebben de morele besluiten die prins Arthur neemt direct invloed op de vruchtbaarheid van het land. In deze aflevering doodt Arthur een magische eenhoorn, maar omdat eenhoorns in de wereld van Merlin magische wezens met een puur hart zijn, heeft het doden van een eenhoorn daarom zijn weerslag op de morele waardes van de jager. Door Arthurs besluit verandert het water in Camelot in zand en sterven de gewassen uit. Naast het feit dat het land wegkwijnt, ondervindt ook zijn volk de gevolgen van zijn besluit. Er is geen eten, geen water. Als hij geen manier vindt om zijn fout terug te draaien, zal zijn volk uitsterven. Dit moment laat zien wat Arthurs geis inhoudt: Arthur mag, ondanks de wetten van zijn vader, magie niet ‘doden’, weigeren of verdringen.

Volgens Myles Dillon zijn geasa in de vroege Ierse literatuur een vorm van primitieve magie.[8] In Merlin staat deze primitieve vorm van magie als bekend als the old religion, of “the magic of the earth itself”.[9] Het houdt de balans van de wereld in stand, voornamelijk tussen leven en dood. Door de eenhoorn te doden, een magisch wezen met een puur hart, verstoort Arthur deze balans. Als gevolg van het breken van deze primitieve magie, sterft zijn land dus uit. Om het breken van zijn geis terug te draaien, moet Arthur drie testen voltooien die zullen aantonen dat hij, net als de eenhoorn, een puur hart heeft. Bij de laatste test geeft hij zijn leven voor Merlin, waardoor de eenhoorn weer tot leven komt. Om zijn geis terug te draaien, moest hij de magie toelaten, accepteren dat hij volgens de wetten van de geis en the old religion moest spelen. Door zijn leven te geven binnen deze regels en magie dus niet te negeren of te verdringen, wordt het breken van zijn geis ongedaan gemaakt en wordt het land weer vruchtbaar. De wisselwerking tussen leven en dood is dus niet toevallig en geeft de connectie tussen kingship ideology en geasa als primitieve magie goed weer. Wanneer Arthur koning is, zal hij zijn geasa niet nog een keer mogen breken; de consequenties hiervan worden dus al in het eerste seizoen vastgezet. Breekt hij zijn geis, dan zal het land ten onder gaan.

'The Disir'

In ‘The labyrinth of Gedref’ wordt Arthurs geis dus vastgesteld. De volgende aflevering, 'The Disir', bevat overeenkomsten tussen de dood van Arthur en de dood van Ierse held Cú Chulainn. De sterkste overeenkomst is dat beide helden worden geconfronteerd met een dubbele binding: een onmogelijke keuze tussen twee ongewenste uitkomsten die erin resulteert dat beide helden gedwongen worden hun geis te breken.
 
Te beginnen met Cú Chulainn. Hij is onoverwinnelijk dankzij zijn transformatie in een ijzersterk, animalistisch figuur. Wanneer hij temidden van de oorlog tussen Connacht en Ulster op weg is naar het slagveld, wordt hij door drie oude vrouwen aangesproken die hem confronteren met de dubbele binding. De geis van Cú Chulainn is als volgt: '[…] one thing that Cú Chulainn was bound not to do, was going to a cooking hearth and consuming the food. And another of the things that he must not do, was eating his namesake’s flesh'.[10] Met het vlees van zijn naamgenoot wordt hondenvlees bedoeld, aangezien het Oudierse woord is voor hond. Dit is het eerste deel van de binding. Hij mag hoe dan ook geen hondenvlees consumeren. In de Ierse literatuur bestaat er ook een algemene geis die geldt voor bijna elk groot personage, namelijk dat gastvrijheid nooit geweigerd mag worden. Ook Cú Chulainn moet voldoen aan deze geis. Wanneer Cú Chulainn dus drie oude vrouwen tegenkomt die hem hondenvlees aanbieden, komt hij vast te zitten in de dubbele binding. Hij mag het vlees niet eten, maar hij mag het vlees ook niet afslaan. Hoe dan ook zal Cú Chulainn zijn geis breken. Wanneer hij ervoor kiest om het vlees te eten, wordt de kracht in zijn lichaam verzwakt op elke plek dat het vlees heeft aangeraakt. Deze verzwakking leidt uiteindelijk tot zijn ondergang.
 
In ‘The Disir’ werkt de dubbele binding iets ingewikkelder, maar zijn de basisprincipes hetzelfde. De Disir zijn drie oude vrouwen die sinds hun geboorte getraind zijn om de wil van The Triple Goddess, de godin van the old religion, te verkondigen. In deze aflevering geven deze vrouwen een munt met een runenteken aan Arthur. Deze munt is een fysieke manifestatie van het oordeel van The Triple Goddess tegen hem en verkondigt zijn dood. Arthur zoekt de Disir op om de confrontatie aan te gaan en zijn lot te veranderen. In deze confrontatie raakt Mordred gewond door een magische speer.
 
In de verhaalwereld van Merlin, net als in de middeleeuwse legende, zijn de levens van Mordred en Arthur aan elkaar gebonden. Zoals wordt uitgelegd: “his fate and Arthur’s are bound together like ivy round a tree”.[11] Het wordt door de serie heen voorspeld aan Merlin dat Mordred verantwoordelijk zal zijn voor Arthurs dood. De Disir leggen uit dat Arthur zijn leven kan redden, als hij the old religion volledig accepteert en magie weer toelaat in Camelot. Doet hij dit niet, dan zal Mordred gegarandeerd sterven. Merlin gelooft dat als Mordred sterft, Arthurs leven veilig is gesteld omdat Mordred dan niet meer verantwoordelijk kan zijn voor Arthurs dood. Tegen al zijn eigen hoop in, adviseert Merlin Arthur dus om the old religion te weigeren, en magie te blijven verbannen. Maar de uitkomst is onverwachts: door Arthur the old religion te laten weigeren, breekt hij zijn geis. Het resultaat hiervan is dat de Disir Mordred alsnog genezen, zodat hij in leven is om alsnog zijn rol te kunnen vervullen in Arthurs dood. Het is dus een dubbele binding: had hij magie toegelaten, dan had Mordred geleefd en zijn rol kunnen spelen in Arthurs dood. Weigert hij magie, dan breekt hij zijn geis en genezen de Disir Mordred alsnog en kan hij nog steeds Arthurs dood veroorzaken.
 
De Disir in Merlin en de oude vrouwen in The death of Cú Chulainn vervullen dezelfde rol: ze confronteren de helden met een onmogelijke kwestie. Het zijn dubbele bindingen: het breken van de geasa voor beiden is onontkoombaar. Welke keus de helden ook hadden gemaakt, het had hoe dan ook geresulteerd in hun dood. 
 

Cú Chulainn in zijn rijtuig, met Morrigan als raaf rechtsboven in de afbeelding. Door Joseph Christian Leyendecker, uit: T. W. Rolleston, Myths and legends of the Celtic race (1910).

Naast de dubbele binding die de twee helden gemeen hebben, zijn ook de personages die hen de dubbele binding voorschotelen aan elkaar verbonden. The Triple Goddess en The Disir zijn echo’s van twee trio’s uit de Táin bó Cuailgne. De Disir vervullen dezelfde rol als de drie oude vrouwen bij het kookvuur, The Triple Goddess vervult dezelfde rol als de Morrigan, een bekend personage uit de Táin bó Cuailgne. De Morrigan verschijnt vaak in de gedaante van een raaf en is onderdeel van een trio godinnen, samen met Neman en Macha. Zij zijn magische en vaak boosaardige personages.[12] De Morrigan is erg belangrijk voor het verhaal van de Táin: zij is degene die de koe naar de stier van Dáire mac Fiachna brengt, die samen samen de Donn of Cooley krijgen, de stier waarover de oorlog tussen Ulster en Connacht wordt gevoerd. Naast het feit dat ze de oorlog indirect op gang brengt, spreekt ze ook een profetie uit over de dood van Cú Chulainn in de Táin bó Regamna, een remscél (inleidend verhaal) van de Táin. Ze zegt: “Is oc do ditin do báis-siu atáu-so ocus bia”[13] (“I am guarding thy death-bed, and I shall be guarding it henceforth”.[14] Ook al lijkt de Morrigan een kwaad figuur, ze doet gedurende het verhaal haar best om Cú Chulainn te behoeden voor gevaarlijke situaties. Ze saboteert zelfs de wagen waarin Cú Chulainn naar zijn laatste gevecht rijdt. Ook al verkondigt ze zijn dood en weet ze dat het onvermijdelijk is, doet Morrigan er alles aan om Cú Chulainns lot alsnog te veranderen. In Merlin verkondigen de Disir de wil van The Triple Goddess, waaruit blijkt dat zij niet wil dat Arthur de verkeerde keuze maakt. De Disir drukken hem op het hart dat het accepteren van magie de juiste keus is, ze willen hem en Camelot niet ten onder zien gaan. Net als de Morrigan, wil The Triple Goddess haar voorspelling niet uit laten komen. 
 
Het andere trio is het drietal oude vrouwen dat Cú Chulainn het hondenvlees aanbiedt. Hennessy omschrijft hen als 'three female idiots, […] creatures of hateful aspect and wicked purpose'. Dit komt overeen met hun rol in The death of Cú Chulainn, aangezien ze hem dwingen zijn geis te breken. Net als deze drie vrouwen, schotelen ook de Disir Arthur de dubbele binding voor. Beide trio’s zijn een tandwiel in de grotere lotsbestemming van de helden, aanwezig om ze te leiden naar hun ondergang. The Triple Goddess van Merlin kan dus gelinkt worden aan het trio godinnen waarvan de Morrigan de belangrijkste is – beiden zijn verantwoordelijk voor de gebeurtenissen die leiden tot de dood van de held en beiden spreken de profetie uit over hun ondergang. De Disir van Merlin kunnen gelinkt worden aan de drie oude vrouwen van de Táin: beide schotelen de helden hun dubbele binding voor. Op deze manier houdt Merlin twee belangrijke figuren uit het grootste verhaal van de Ierse traditie in leven.

De ondergang van de helden

Het gebruik van geasa om het plot van de ondergang van grote helden op te zetten is niet verrassend. Volgens Margaret Pepperdene dienen geasa als 'the only limitation placed upon the otherwise invincible heroes'.[15] Zowel Arthur als Cú Chulainn zijn sterke krijgers, die beiden een spreekwoordelijk bovennatuurlijk schild dragen. Cú Chulainn heeft zijn bovennatuurlijke kracht, Arthur heeft Merlin om hem te beschermen. Het breken van hun geasa neemt hun schilden weg: Cú Chulainn is verzwakt door magie en Merlin heeft gefaald om de dreiging van Mordred te neutraliseren. Tijdens de slag bij Camlann is Merlin tegen het gehele leger van Morgana aan het vechten en is niet aanwezig om Arthur te beschermen tegen Mordred. Cú Chulainn en Arthur sterven beiden op het slagveld. De geasa zorgen er dus voor dat de omstandigheden van hun dood haast natuurlijk voelen. Ze verzorgen een logische context voor een heldhaftig en eervol eind voor beide helden.[16] De primitieve magie van de geasa speelt dus een rol in de ondergang van beide helden en kan gezien worden als een plotelement. De toevoeging van geasa, de primitieve magie die al aanwezig is vanaf het begin van de verhalen van beide helden, is de enige acceptabele manier om helden die op het eerste oog onaantastbaar zijn om te laten komen.
 

Beeld van een stervende Cú Chulainn, met de Morrigan als raaf op zijn schouder. Death of Cú Chulainn (1911) van Oliver Sheppard, foto door Jennifer Boyer.

Hoewel het gebruik van een geis in Merlin niet expliciet benoemd wordt, komt het toch duidelijk naar voren wanneer de gevolgen van Arthurs gedrag worden geanalyseerd. Wanneer Arthur de eenhoorn doodt, staat zijn morele puurheid in gevaar. Net als in de middeleeuws Ierse traditie van kingship ideology heeft de morele puurheid van de heerser, van Arthur, een directe weerslag op de gezondheid van het land en het volk van Camelot. Arthurs geis is dus dat hij magie niet mag weigeren of verbannen. Wanneer hij door de Disir geconfronteerd wordt met de dubbele binding, breekt hij zijn geis door magie te weigeren. Het resultaat: Mordred leeft, Arthur sterft. Ook in The death of Cú Chulainn wordt de dubbele binding voorgeschoteld door drie oude vrouwen – ook Cú Chulainn kan zijn lot niet ontkomen, en ook hij sterft als gevolg van deze dubbele binding. De dubbele binding is een plot-element, dat gebruikt wordt om een natuurlijke context te creëren voor de ondergang van een onaantastbare held. Cú Chulainn, de held van Ulster, en Arthur, the once and future king van Camelot, beiden grote helden in hun eigen tijd, worden ten onder gebracht – beiden door het breken van hun geis, beiden als een resultaat van magie, beiden door de dubbele binding. Het is klaarblijkelijk onmogelijk om de wil van de goden te ontwijken, zelfs voor de grootste helden van middeleeuwse literatuur – en hun moderne herinterpretaties.

Eindnoten

Semper 2015: 116.
Hull 1901: 41.
Cross en Slover 1969: 333-40.
Stuart Orme, seizoen 1, aflevering 11, ‘The Labyrinth of Gedref’, Merlin, 5 seizoenen (BBC 2008).
Ashley Way, seizoen 5, aflevering 5, ‘The Disir’, Merlin, 5 seizoenen (BBC 2012).
Hull 1901: 46, Dillon 1951: 2.
Dillon 1951: 2.
Dillon 1951: 2.
David Moore, seizoen 1, aflevering 13, ‘Le Morte D’Arthur’, Merlin, 5 seizoenen (BBC 2008) 00:11:20-00:11:26.
Cross en Slover 1969: 334.
Ashley Way, seizoen 5, aflevering 5, ‘The Disir’, Merlin, 5 seizoenen (BBC 2012) 00:19:47 – 00:19:51.
Hennesey 2007.
Londen, British Library, MS Egerton 1782, ff. 76v-77v, 63-64.
Cross en Slover: 213. 
Pepperdene 1955: 189.
Boice 1998: 13.

Bibliografie

  • Boice, Carl Jeffery, ‘Mortality, morality, and tragedy: the function of geis in early Irish literature’ (ongepubliceerd proefschrift: Harvard University 1998).
  • Dillon, Myles, ‘The taboos of the kings of Ireland’, Proceedings of the Royal Irish Academy. Section C: archaeology, Celtic studies, history, linguistics, literature 54 (1951) 1-36.
  • Hennesey, W. M., The ancient Irish goddess of war (Londen 2007). 
  • Hull, Eleanor, ‘Old Irish tabus or geasa’, Folklore 12 (1901) 41-66.
  • Jones, Julian et al., Merlin, 5 seizoenen (BBC 2008-2012).
  • Pepperdene, Margaret W., ‘Grendel’s geis’, The journal of the Royal Society of Antiquaries of Ireland 85/2 (1955) 188–92. 
  • Semper, Philippa, ‘“Camelot must come before all else”: fantasy and family in the BBC Merlin’, Medieval afterlives in contemporary culture, red. Ashton Gail (Londen 2015) 115-23.
  • Peete Cross, Tom, en Clark Harris Slover (red.), Ancient Irish tales (New York 1969).

Vorige bijdrage
Mijn favoriete Keltische literaire fusie: Keltische christenen
Lisanne Bosman
7 juli 2023
Volgende bijdrage
'Vr gr AGvH': A. G. van Hamel en de Tweede Wereldoorlog
Arwen van Zanten
20 oktober 2023