Inis: een Keltisch bordspel

From Kelten
k95-2023-schepers-inis-bordspel
95
Gepubliceerd: 2 juni 2023
Inis: een Keltisch bordspel
Eline Schepers
Title (EN): Inis: a Celtic boardgame
Abstract (EN):

There has been a striking trend over the past few years as board games are increasingly based on historical or mythological events. Inis is an example of such a board game, in which various (references to) Old Irish stories have been incorporated. Although some game cards are clearly based on Old Irish literature, there are also many elements that do not have a clear link to these stories. Fortunately, prior knowledge of the characters and stories is not necessary to make the game engaging. Inis aligns perfectly with the growing popularity of medieval and mythologically themed board games. In spite of a number of seemingly incorrect references, the author would definitely recommend the reader to give the game a try and to discover its connections with the Old Irish stories.

De laatste jaren verschijnen er steeds meer bordspellen met een mythologisch of historisch thema in de winkels. Van prehistorische nederzettingen tot magische avonturen, de bordspellenmarkt heeft een hit gevonden. Ikzelf val ook altijd voor zulk soort bordspellen en heb een hele verzameling thuis staan. Als student Keltisch ben ik natuurlijk vooral geïnteresseerd in de bordspellen die een thema hebben dat daarop aansluit. Inis is een voorbeeld van zo’n spel.[1] Toen ik het aan het spelen was, viel het mij op dat er daadwerkelijk naar karakters en verhalen uit de Oudierse traditie werd verwezen. Dit is in tegenstelling tot andere ‘Keltische’ spellen die ik tot dusver gespeeld heb. Deze plakken er vaak alleen een paar stereotype Keltische plaatjes op. Daarom leek het mij interessant om eens wat beter te kijken hoe correct deze verwijzingen zijn. Zijn de elementen die de makers van het spel uit de verhalen hebben genomen bewust gekozen? Hebben ze een logische samenhang met elkaar? Dat is wat ik in dit artikel zal behandelen.
 

High King

Inis heeft als hoofddoel dat de hoofdmannen (de spelers) tegen elkaar moeten vechten om High King te worden over het nieuwe land. Als je wint, word je High King. Daarvoor wordt er gekeken naar de volgende criteria: wie er aanwezig is in zes of meer grondgebieden, wie er hoofdman is over zes of meer vijandige clans, of wie er aanwezig is in grondgebieden met in totaal zes sanctuaries (in het spel een veilige haven). Het spel is verdeeld in twee rondes. Tijdens de eerste ronde verzamelen de spelers hun kaarten en tijdens de tweede ronde spelen ze deze. De effecten van de kaarten zorgen ervoor dat ze soldaten in hun land kunnen plaatsen, kunnen vechten of sanctuaries kunnen bouwen. De kaarten zelf zijn in drie groepen verdeeld: actie-, voordeel- en heldendichtkaarten. Sommigen hebben helemaal geen referentie naar de middeleeuws Ierse verhalen, zoals de voordeelkaarten, maar anderen bevatten een karakter of object uit de Ierse literatuur. In dit artikel zullen de meest opvallende referenties op de kaarten behandeld worden, waarbij er gekeken wordt of deze uit verschillende verhalen komen of dat ze uit een logisch samenhangend geheel komen.
 
Het doel van het spel, zoals al eerder genoemd, is om High King te worden. In Inis wordt de term High King niet verder uitgelegd, ze benoemen alleen dat hij de koning van een nieuw rijk is. In de verschillende Ierse verhalen en kronieken waar deze term is teruggevonden blijft de betekenis onzeker. John Haywood beschrijft dat de titel High King gebruikt werd voor een soort koning der koningen, iemand die boven de meerdere kleinere koninkrijken van Ierland stond.[2] Bart Jaski daarentegen beargumenteert dat het overkoningschap (of ardrí) een titel was die werd gegeven als vorm van vleierij: 'However, the title alone could not legitimise any claim to the kingship of Ireland and the allegiance of the Irish kings; both could only be enforced by military means.'[3] Dus volgens hem werd de titel oorspronkelijk gegeven als vorm van respect en werd hij niet gebruikt om een koningschap over meerdere rijken aan te duiden. Het ziet ernaar uit dat de makers van Inis de titel wel gebruikt hebben voor een echt koningschap en dat zij meer naar Haywoods beschrijving neigen.
 

Brenn

Een ander aspect van het spel waar het Keltische thema te zien is, is in het fiche van Brenn. Het fiche van Brenn wordt aan de hoofdman van de Hoofdstad gegeven. Brenn organiseert de verzamelfase en heeft een voordeel als de spelers gelijk spelen. Hij heeft hoorns op zijn helm, een grote baard en het lijkt erop dat ze vooral hebben geprobeerd hem er als een stoere krijger uit te laten zien. Deze hoorns lijken eerder op ‘fantasy’ gebaseerd in plaats van op een historisch accurate Keltische krijger. De naam daarentegen kan wel verbonden worden aan Keltische elementen. Een mogelijke verklaring voor de term Brenn kan zijn dat het verwijst naar Brian Ború. Dit was een Ierse koning; het volgende wordt door James MacKillop over hem gezegd: 'By 1005 he was, by his own description in the Book of Armagh, the emperor of the Irish. Brian did not, however, create a national monarchy or the institutions of such a monarch, but he did contribute to the idea of a kingship for the whole island.'[4] Hij was dus een belangrijk persoon in de geschiedenis en het zou kunnen dat de makers met het fiche naar hem proberen te verwijzen. Het zou echter ook kunnen verwijzen naar de Middelwelshe term brenhin, wat ‘monarch’ of ‘het hoofd van een regio’ betekent. Dit zou wel opvallend zijn, aangezien alle andere referenties in het spel Iers zijn, dus om een term in het Welsh aan te halen zou misstaan. Echter lijkt de betekenis wel logisch in de context van het spel: aangezien Brenn als een soort leider de voorbereidingsfase organiseert in het spel zou het niet gek zijn om hem als ‘hoofd van een regio’ te zien. Ook het voordeel wat Brenn krijgt bij gelijkspel zou passend kunnen zijn voor een leidend figuur. Dus in dat opzicht zou Brenn ook erg goed naar brenhin kunnen verwijzen. 

Verhalencycli

Ik heb nu twee van de grotere thema’s van het spel besproken, maar de plek waar duidelijk de meeste verwijzingen naar Ierse verhalen gevonden kunnen worden is in de kaarten die de spelers spelen. Elk van deze kaarten heeft een eigen karakter en sommige bevatten een kleine uitleg onder aan de kaart. De Ierse verhalen zijn, in een moderne verdeling, verdeeld in vier reeksen. Elk van deze reeksen bestaat uit een cluster verhalen die op de een of ander manier bij elkaar horen en soms gaan over dezelfde karakters of over verhalen die op elkaar aansluiten. Ik zal de kaarten van het spel toebedelen aan een aantal van de reeksen, om zo te kijken of de referenties uit ongeveer hetzelfde verhaal genomen zijn of juist niet.
 
 
Een aantal kaarten bevat referenties naar populaire karakters, die ook het bredere publiek misschien nog wel zal herkennen. Misschien wel de meest bekende hiervan is de kaart van Cú Chulainn. Cú Chulainn is de held uit de Táin bó Cuailgne, een verhaal uit de Ulstercyclus. Deze gaat over de gebeurtenissen van de Ulaid, een volk in het noorden van Ierland (de hedendaagse provincie Ulster is hiernaar vernoemd). Ook andere kaarten zijn gebaseerd op deze reeks, zoals de kaarten van Deirde en Medb, twee vrouwen die veel voorkomen in deze verhalen.[5] In de Ulstercyclus is ook veel dindsenchas te vinden. Dindsenchas is een subgenre dat door middel van verhalen de oorsprong van plaatsnamen en lokale legenden verklaart. Dit is in het spel ook meegenomen, met bijvoorbeeld een kaart met een referentie naar de Lia Fáil, een ceremoniële steen gevonden op de heuvel van Tara die zou brullen als de waardige koning erop stond.[6]
 
 
Niet alle kaarten verwijzen naar karakters uit de Ulstercyclus. Er zijn ook veel kaarten die gebaseerd zijn op de mythologische cyclus. Deze bestaat uit verschillende verhalen en gedichten over de Tuatha Dé Danann. Dit zijn magische wezens die Ierland in het verleden zouden zijn binnengevallen.[7] De Dagda is een karakter uit de mythologische reeks, hij was een leider en één van de oude goden. In het spel heeft hij een kaart genaamd ‘Dagda’s harp’.[8] Een ander voorbeeld uit de mythologische reeks is Lugh. Lugh komt voor in vele middeleeuwse verhalen en heeft een centrale positie als soort oppergod.[9] Een paar andere referenties komen uit de Finncyclus. Deze is opgebouwd uit verschillende kleinere, lokale cycli en heeft als hoofdpersoon Finn mac Cumaill. Met de kaart ‘Fianna’ wordt naar de groep jonge vechters verwezen die Finn leidt.[10] Het is dus duidelijk dat de makers van het spel informatie hebben gebruikt uit het corpus van verschillende cycli van de Oudierse literatuur in plaats van uit één enkele cyclus.

 
Er zijn echter ook kaarten die niet alleen het plaatje en de naam van het karakter hebben gekregen, maar waarvan de kaart ook een functie heeft in het spel die echt in verband staat met het originele karakter en wat die doet in de verhalen. Een voorbeeld hiervan is ‘Tailtiu’s land’. Tailtiu is een karakter uit de mythologische reeks, dat voorkomt in Lebor gabala Érenn, maar er wordt ook van haar gezegd dat zij een aardegodin is.[11] Haar kaart laat je meer land aan jouw koninkrijk toevoegen. De makers van het spel verbinden de functie van de kaart hier dus met de connectie die zij met de aarde en het land heeft. Een ander voorbeeld waarbij de functie van de kaart beïnvloed lijkt door het karakter is bij ‘Cathbad’s word’. Cathbad is de ziener in de Ulstercyclus. In bijvoorbeeld Longes mac nUislenn ('De ballingschap van de zonen van Uisliu') is zijn functie om de toekomst te voorspellen.[12] Een speler kan deze kaart gebruiken om, aan het begin van de ronde, door de kaarten te kijken en er één apart te leggen die dan later gewisseld mag worden voor één van diens eigen kaarten. Met deze kaart kan je dus eigenlijk een soort kijkje in de toekomstige kaarten nemen om te zien welke voor jou het handigst zou zijn. Dus Cathbads functie als ziener in de Ulsterreeks wordt hier behouden.
 
 
Een kaart die niet een karakter maar een thema uitbeeldt, is de ‘battle frenzy’. Deze kaart wordt gebruikt om alle troepen uit de citadels te halen, waar ze veilig zijn, en ze te dwingen mee te doen met het gevecht. De ‘battle frenzy’ wordt als volgt beschreven door het spel: 'Some warriors, like Cúchulain, may experience warp spasms which completely distorted their bodies and gave them a frenzied fighting spirit.'[13] Dit verwijst naar hoe Cú Chulainn’s battle frenzy beschreven wordt in de Táin bó Cuailgne: 'Thereupon he became distorted. His hair stood on end so that it seemed as if each separate hair on his head had been hammered into it. You would have thought that there was a spark of fire on each single hair. He closed one eye so that it was no wider than the eye of a needle; he opened the other until it was as large as the mouth of a mead-goblet. He laid bare from his jaw to his ear and opened his mouth rib-wide(?) so that his internal organs were visible.'[14] De functie van de kaart kan dus ook (ongeveer) verbonden worden met de originele tekst. In beide gevallen verliezen de soldaten controle over zichzelf en krijgen ze sterk de neiging om te vechten.
 
Het spel bevat echter ook wat kaarten die juist niks met de originele teksten te maken lijken te hebben. De meest opvallende hiervan is de ‘Geis’ kaart. Een geis, in de Ierse middeleeuwse literatuur een veelvoorkomend thema, is een soort taboe. Vaak krijgt de held of koning een geis die functioneert als de verwachte ondergang van dat karakter. Geasa werden gebruikt om het publiek de limieten van de maatschappij te leren.[15] De kaart in het spel lijkt echter een volledig tegenovergestelde functie te hebben. Met de kaart mag de speler het effect van een andere gevechtskaart negeren en wegleggen. Dus in plaats van een voorspelling die onontkomelijk de ondergang van de held zal veroorzaken, is het hier gebruikt om de consequenties van een aanval van een andere speler te negeren. Het spel heeft niet aan álle kaarten een functie gegeven die overeenkomt met de literaire inspiratiebron.

Conclusie

Op basis van de selectie die ik gemaakt heb, concludeer ik dat de makers van Inis niet één van de cycli hebben gekozen om elementen uit te halen, maar dat ze lukraak verhalen uit verschillende cycli hebben gebruikt. Een aantal kaarten zijn te verbinden met de literaire bron, maar veel andere kaarten en elementen lijken een karakter toebedeeld te hebben gekregen zonder achterliggende reden.
 
Marco Arnaudo bespreekt in zijn boek Storytelling in the modern board game dat er twee manieren zijn om met het materiaal van een bordspel een thema weer te geven. De eerste is door plaatjes en spullen toe te voegen die niet inspelen op de functie van het bordspel, daarbij zou je heel gemakkelijk het thema kunnen veranderen door de plaatjes te veranderen.[16] Denk aan bijvoorbeeld alle soorten kwartetten die te vinden zijn, als je een zeedieren kwartet wilt veranderen in een Lord of the rings kwartet hoef je enkel de plaatjes te verwisselen. Dit heeft geen invloed op de loop van het spel. Bij de andere manier die Arnaudo bespreekt wordt het thema echt gebruikt in het functioneren van het spel door bijvoorbeeld functies van kaarten te koppelen aan karakters.
 
Inis heeft een deel van zijn materiaal wel verbonden met de originele verhalen waar ze naar verwijzen, bijvoorbeeld sommige kaarten die hun functie gelinkt hebben aan een verhaal en dat het doel van het spel is om High King te worden. Maar veel andere elementen kunnen niet direct logisch gekoppeld worden aan de verhalen. Daarbij volgt het spel niet één verhaallijn of reeks, maar pakt het karakters uit allemaal verschillende reeksen. Dit kan het verwarrend maken voor een speler en zou ervoor kunnen zorgen dat het minder plezierig is om te spelen. Ik denk zelf dat dit niet een groot probleem zal vormen en dat voor het spelen van Inis kennis van de karakters en elementen geen vereiste is. Voor het algemene publiek zitten incorrecte referenties niet in de weg en zijn de correcte referenties er enkel voor de sier, maar zij kunnen nog wel genieten van de opbouw van het spel. De kenner van Oudierse verhalen zou wellicht veel kunnen halen uit de referenties en kan op die manier extra genieten van het spel. Concluderend kun je zeggen dat Inis aansluit bij de trend om het middeleeuwse of mythologische thema voor de sier te gebruiken. De meeste elementen die terug te leiden zijn naar een literaire bron lijken onderling geen verhaallijn te vormen en hebben niet altijd iets met de functie van hun eigen kaart te maken. Het doel van de makers was duidelijk niet om correcte Keltische referenties te maken, maar om er een aantrekkelijk en speelbaar spel van te maken. Het is ook zeker een leuk spel om te spelen, dus ik raad aan om het een keer te proberen en te ontdekken welke connecties met de Oudierse verhalen er verder nog te vinden zijn.

Eindnoten

Martinez, Bielak en Fitzpatrick 2016.
Haywood 2001: 76.
Jaski 2008: 430-1.
MacKillop 2004: ‘Brian Borama’.
Ó hUiginn, Ruairí, ‘Ulster Cycle of Tales’, Koch 2006: 1709-12.
MacKillop 2004:‘Fál'.
Wiley, Dan, ‘Mythological cycle’, Koch 2006: 1326.
MacKillop 2004: 'Dagda'.
Williams 2016: 16.
Williams 2016: 20.
MacKillop 2004:‘Tailtiu’.
Hull 1971: 61-2.
Martinez, Christian, Rulebook Inis (2016) 2.
O’Rahilly 1967: 137.
Sjöblom, Tom, ‘Geis’, Koch 2006: 797.
Arnaudo 2018: 21-2.

Bibliografie

  • Arnaudo, Marco, Storytelling in the modern board game: narrative trends from the late 1960s to today (Jefferson, NC 2018).
  • Haywood, John, The historical atlas of the Celtic world (Londen 2001).
  • Jaski, Bart, Early Irish kingship and succession (Dublin 2000).
  • Jaski, Bart, recensie van: Bhreathnach, Edel (red.), The kingship and landscape of Tara (Dublin 2005), in: Peritia 20 (2008) 387-94.
  • Koch, John T., Celtic culture: a historical encyclopaedia, vols. 1-5 (Santa Barbara, Denver en Oxford 2006). 
  • Martinez, Christian, Dimitri Bielak (illustrator), Jim Fitzpatrick (illustrator), Inis (2016).
  • McKillop, James, A dictionary of Celtic mythology (Oxford 2004). https://www-oxfordreference-com.proxy.library.uu.nl/view/10.1093/acref/9780198609674.001.0001/acref-9780198609674 (geraadpleegd op 22-06-2022).
  • O’Rahilly, Cecile, Táin bó Cúalnge: from the Book of Leinster (Dublin 1967). https://celt.ucc.ie/published/T301020B/index.html (geraadpleegd op 02-06-2023).
  • Hull, Vernam (red.), Longes mac n-Uislenn: the exile of the sons of Uisliu (New York 1971).
  • Williams, Mark, Ireland's immortals: a history of the gods of Irish myth (Princeton 2016).

Vorige bijdrage
Aan de wieg van de Stichting
Nicki Bullinga
25 mei 2023
Volgende bijdrage
Het Keltisch Colloquium 2023
Marieke Rotman en Thyra van Veen
8 juni 2023